De Nederlandse identiteit

Het lijkt wel of er in deze verkiezingscampagne een Nieuw Ethisch Reveil over ons uitgestort wordt, met joods-christelijke waarden als wapens in een strijd op leven en dood en met het behoud van onze Nederlandse identiteit als inzet. We bewijzen lippendienst aan de Verlichting, maar hanteren het joods-christelijke gedachtengoed als enige bron van echte waarden; een schild tegen de opdringerige concurrentie van koran en islam. En dat alles onder de fier wapperende vlag van de vrijheid van meningsuiting. Maar wat zijn nou eigenlijk de bouwstenen van onze identiteit?
Zwarte Piet? Kerstbomen op alle scholen? Paaseieren in een HEMA folder? Klokgelui op zondag en verbod op minaretten? Hard werken als basis voor bestaansrecht? Alles mogen roepen, maakt niet uit of het waar is? Respect voor onze driekleur en trots op ons koningshuis?
Andere ideeën? Dan zwaaien we je eensgezind uit.

Als je alleen maar zou luisteren naar wat er zoal te berde wordt gebracht deze campagne, zou je zomaar kunnen gaan denken dat onze Nederlandse identiteit gestoeld is op hypocrisie en rancune.
Rancune tegen mensen die –tijdelijk- buiten de boot vallen en een uitkering nodig hebben, want die profiteren gewetenloos van de hardwerkende Nederlander. Dus: papierprikken, en verder dankbaar zijn dat er überhaupt nog een vangnet is. Rancune tegen ontwikkelingslanden die wel hun bedelnap ophouden, maar hun markten niet grootmoedig opengooien voor onze bedrijven. Afschaffen die hulp, alleen handel helpt. Rancune tegen mensen die hier asiel of geluk zoeken, maar die hun eigen identiteit niet zomaar willen inwisselen tegen die van ons. Afknijpen, integreren, aanpassen, en als het je niet bevalt: dan rot je toch lekker op. Wit tegen zwart en vice versa, machomannen die niet van vrouwen die tegenspreken houden, de ‘verkleuring’ van onze maatschappij, zakkenvullers en raddraaiers. De rancune heeft vele gezichten.
En die joods-christelijke waarden? Zien we die terug in de lekke tentenkampen aan de stranden van de Middellandse zee? Tussen het prikkeldraad van de inderhaast opgetrokken hekwerken om de tsunami van medemensen aan onze buitengrenzen tegen te houden? In onze reactie op oorlogen die wij voeren maar die ver buiten onze grenzen woeden? In de vrije markt waarvan vooral wij profiteren ten koste van rechtvaardig delen met landen die zich uit dictatuur en achterstand proberen op te stoten? In de ongedouchte bejaarde die zonder dagbesteding maar met een volle luier zit? In de kinderen die met een lege maag in de schoolbanken hangen?
Waarin wordt de naastenliefde weerspiegeld? Waar is die andere wang? Waar is het ‘wie een mens redt, red de hele mensheid’, het eert uw vader en uw moeder; het breken en delen van het beschikbare brood?
Misschien hebben we een religie-loos, voor iedereen begrijpelijk uitgangspunt nodig: geen woorden maar daden. Dat zou een hoop hypocriet gebabbel schelen.

(ook gepubliceerd op Joop.nl)

Een vlot van gestolen vrijheid in een zee van ellende

Ik lees de berichten over de migratietop en kan bijna niet geloven dat er wordt afgesproken om Turkije veilig te verklaren en vluchtelingen uit te ruilen alsof het goederen zijn. Zijn we gek geworden? Gaan we dit echt goedvinden? Wat is dit voor koehandel? Laten wij, burgers van Europa, dit gebeuren alsof het buiten ons omgaat? Dat de ene mens die oorlog en ellende ontvlucht naar Europa mag, als een gunst, terwijl de ander naar Turkije wordt gestuurd zodat wij er geen last van hebben? Om de verworvenheden van onze cultuur te vrijwaren van te veel enge, vreemde invloeden? Omdat wij wel mogen vernietigen, maar vooral niet willen delen?
Geven we de mannen en een enkele vrouw in Brussel het mandaat om al onze waarden te versjacheren? Om onder valse voorwendselen muren op te werpen, grenzen te sluiten en alles wat van belang is te smoren in eigenbelang en ziekelijke kortzichtigheid?
Is dat het Europa dat we willen? Een vlot van gestolen vrijheid in een zee van ellende?
Wordt het niet hoog tijd dat we ons écht gaan verzetten tegen de mensen die menen in onze naam schaamteloos onmenselijke voorstellen te kunnen tafelen omdat ze ervan uitgaan dat ze dat straffeloos kunnen doen? Willen we aan deze maatregelen medeplichtig zijn?

Een paar praktische vragen: Wie gaat selecteren? Stellen we daar een speciaal getrainde taskforce voor aan, die hun empathie bij de prikklok inlevert? Gaan de hekken van 9 tot 5 open omdat de taskforce fatsoenlijke werktijden moet hebben – dat is hun recht? Gaan we selecteren op leeftijd, gezondheid, bruikbare vaardigheden, of simpelweg één om één? Of doen we uiterlijke kenmerken – wel integreerbaar in ons waardensysteem: naar links; niet passend: naar rechts? Gaan we het geld dat we niet zeggen te hebben voor fatsoenlijke opvang over de heg van Erdogan smijten, ongeacht de kranten die hij sluit en ongeacht zijn houding tegen de Koerden en dissidente stemmen? Gaan we ‘veilig land’ wat ruimer definiëren zodat elke natie er straks in past?
Gaan we gewoon rustig slapen omdat de Eurotoppers waken?

Nee, ik ga niet zeggen dat ik heus wel begrijp dat er maatregelen genomen moeten worden. Nee, ik ga niet genuanceerd doen over crisis, identiteit, multiculti problemen en geen draagvlak onder de bevolking voor… Als we onze beschaving werkelijk willen behoeden voor vermeende ondergang, zouden we ons over kwetsbare, getraumatiseerde mensen met waardigheid en grootmoedigheid moeten ontfermen. Er is ruimte en geld genoeg. Je hoeft het alleen maar anders te verdelen. En draagvlak? Als er geen draagvlak is voor menselijkheid, zijn onze waarden niks meer dan een schaamlap voor ons egoïsme.

(ook gepubliceerd op Joop.nl)