Er viel een enveloppe van de Gemeente Amsterdam op de mat. In de enveloppe zat een brief, die op juichende toon aankondigde dat er geparticipeerd mocht worden: `Gefeliciteerd! Uw straat is uitgekozen om mee te denken en werken aan een nieuw Amsterdams fietsenrek. Uw mening telt!’ Ik kreeg direct associaties met de gillende keukenmeiden en –jongens die postcodeloterijen en andere prijspakkers aankondigen, maar voelde me desondanks toch een beetje een winnaar.
Meedenken over een nieuw fietsenrek, dat was nog eens een buitenkans op participatiegebied. Met gretigheid las ik de brief verder. Er zijn in Amsterdam meer fietsen dan inwoners, en dat geeft overlast. Een Amsterdams fietsenrek voor woonstraten moet die overlast verminderen. Mijn straat is uitverkoren als proefdomein. Er worden vier verschillende rekken geplaatst. Het is niet de bedoeling dat we uit die vier rekken het best bevallende rek kiezen (`U kunt dus geen rek kiezen’). Van ons bewoners wordt gevraagd onze ideeën, meningen en indrukken met betrekking tot de positieve en de negatieve kanten van alle vier de rekken met de Gemeente te delen. Hoe? Zowel schriftelijk, digitaal als mondeling. Ok, hoe dan? Daarover worden we nog verder geïnformeerd.
Omdat de rekken die er nu staan – en die volgens mij slagen in wielen veroorzaken door te weinig diepte in de gleuf voor het voorwiel en te weinig ruimte voor de fietsen met hekwerken, manden of kisten voor het stuur, waardoor ook in de fietsenrekken verdringing ontstaat – die rekken dus, worden verwijderd. Staat je fiets er nog in bij verwijdering, dan wordt die zonder pardon afgevoerd naar het Fietsdepot, waar hij à raison van 25 euro weer opgehaald kan worden.
Afsluitend wordt in de brief alvast het bedankje van de gemeente voor de ideeën, meningen en indrukken die wij gaan delen aangekondigd: op 22 september is het Nationale Burendag, en op die dag organiseert de gemeente `van 09:30 tot 11:30 een straatontbijtje’. Ook is en dan gelegenheid verder te spreken over `uw ervaring met de verschillende rekken en ideeën over een Amsterdams fietsenrek.’ Komt allen, want `de persoon met de beste input voor het Amsterdamse fietsenrek krijgt tijdens het ontbijt een leuk presentje’. Vanwege de overlast die het rekkengebeuren met zich mee kan brengen is het `ontbijtje’ er ook als beloning voor ons begrip.
De brief, opgesteld door de assistent programmamanager fietsparkeren ten behoeve van de Portefeuillehouder openbare ruimte eindigt blij met; `Zet u de datum van het straatontbijtje alvast in uw agenda?’
Het nieuwe college van Amsterdam gaat werk maken van meer burgerparticipatie en directere betrokkenheid van burgers bij besluitvorming. Ik ben benieuwd of dat gaat lukken zonder tegelijkertijd op de hurken te gaan zitten én op de burger neer te kijken.