Op straat…

Kind (krijsend): ‘auto, auto.’ Prikkerig wijzend mollig vingertje.
Mama (rustig): ‘nee, Sammie, dat is geen auto, dat is een mevrouw.’
De mevrouw in kwestie schiet verschrikt een modezaak in en mama sleurt haar nadreinende en ‘auto, auto’ pruttelende Sammie naar de overkant van de straat. Het kind kijkt niet omhoog.
Dat is de tweede l.o.l. voor vandaag. De eerste was op weg naar de markt. Een schermutseling tussen een pakketbezorger in zijn bestelbus en een snelle-autopatser. Pakketbezorger timide, snelle-autopatser uit z’n open dak. Bestelbus rijdt achteruit, geeft snelle-autopatser de ruimte, waarna ik een steeds rodere en bozere snelle-autopatser kan volgen in het nergens op uitkomende doolhof rond de opengebroken hoofdstraat. Zijn blonde vriendin naast hem zichtbaar gegeneerd, ondanks ongetwijfeld de gewenning.
Het wordt een mooie dag.

Albergen, gemeente Tubbergen

En ik maar denken dat de dorpen zo te lijden hebben onder leegloop, sluitende scholen, noodlijdende voorzieningen, voetbalteams van zes jochies (m/v/o) vanwege gebrek aan spelertjes, failliete winkels en nergens een agent te bekennen…
En dan krijg je d’r als dorp dan in één klap een half dorp bij, mensen in de bloei van hun leven, gemotiveerd ook, doorzetters … is het wéér niet goed … te veel mensen, heet het dan. Maar eigenlijk is het natuurlijk: te-veel-niet-ons-soort-mensen. De garens die rechts hierbij spint, beetje geholpen door jojo Pieter O[mtzigt] … de ruwe wolhandelaren kunnen de vraag niet aan!

(Vanwege de crisis in de vluchtelingenopvang en de onwil van Nederlandse gemeenten om opvangplekken ter beschikking te stellen voor de al weken bij het azc in ter Apel buiten bivakkerende mensen, besloot de regering in te grijpen en een leegstaand hotel in Albergen aan te wijzen als opvanglocatie. Dat vonden de dorpelingen niet ‘gezellig’, de dorpelingen – daarbij gesteund door hun burgemeester – wilden geen andersgekleurde medemensen in het leegstaande hotel, want dan zou hun comfortabele leefruimte onherstelbaar van kleur verschieten, en dan ook nog die overlast, al die rondhangende mensen, en die etensluchtjes…)

Zulke dingen konden toen nog

Ooit woonde ik heel even in een kibboets in de Negev woestijn in Israël. Nu niet meer voor te stellen dat je dat doet, je vrijwillig inzetten voor zo’n abjecte, onderdrukkende staat, maar toen – het was nog voor de eerste Intifada – toen kon het nog, net. Vanwege mijn hoogrode konen en druipend gezweet bij het bollen rapen in de woestijn, werd ik wegens potentieel gezondheidsbelemmerende oververhitting te werk gesteld in de keuken. De radio speelde er regelmatig de tijdelijke tophit waarvan het refrein luidde: boom boom boom, let’s go back to my room, we can do it all night, I can make you feel right.
Het ging over soldaten bijna op weg naar het ‘front’. Die dingen onthoud je. Mijn verblijf in de keuken was kortstondig. Er was een aardappelschilmachine. Daar donderde je piepers in, flink wat water, en dan kwamen ze er na een tijdje geschrapt weer uit. Je kon er ook wortels in doen. Maar daar blijft dan niet veel van over…
Via het perzikken sorteren (lopende band) en knutselen met kleuters besloot ik, nadat ons duidelijk was gemaakt dat we beter niet mengden met de echte kibboetsim, dat vond ik stóm, en nadat ik meegegaan was op een patrouille in de omgeving en zag hoe de nomaden geintimideerd werden, besloot ik de kibboets te laten voor wat het ws, en het land te gaan bekijken: Jerusalem, Jericho, Tel Aviv, Bethlehem. Ik miste mijn terugvlucht. Mocht gratis op de volgende. Zulke dingen konden toen nog…

Corona blues – deel 3

De zin van ons bestaan

Wat is de zin van ons bestaan?
Is het almaar hoger op de maatschappelijke ladder stijgen
Zodat je steeds meer in bezit kan krijgen
Tweede huis, een tweede auto, en vooruit, een tweede kind
-hoewel je stiekem dat gedoe rond zo’n kind knap hinderlijk vindt-
Is het het najagen van gewin?
Geeft dat ons leven zin?

Wat is de zin van ons bestaan?
Is het dat we overal van alles zijn gaan ontdekken
Al die hulpbronnen die ons rijkdommen verstrekken
Dat we olie boren, ertsen mijnen, rivieren rechten en bossen laten verdwijnen
Is dat het doel waarnaar wij streven?
Is dat wat zin geeft aan ons leven?

Of ligt de zin van ons bestaan besloten
In het streven niet te veel mensen af te stoten
Een beetje lief te hebben en lief te zijn
Zonder rancune, afgunst of ander venijn
Gewoon vriendelijk door het bestaan te zweven
Zou dat de zin zijn van ons leven?

Corona blues – deel 2

Hoe hij heet, weet ik niet, wij noemen hem K.C. (Keesie). Geen idee waarom, maar het past hem. Wij wonen in dezelfde buurt, en maken al jarenlang af en toe een praatje. Ooit had hij een benauwend warme belangstelling voor mij, maar dat is, mede door nadrukkelijk he-man gedrag van vriend S, godlof overgewaaid. Hoogst ongemakkelijk was dat. Recentelijk is de arme schat verdwaald in Q’Anon en coronacomplotten. Vorig jaar duwde hij, na een vastgelopen gesprek over de Cabal en Soros, big pharma, de rivm en de msm, ongevraagd een enveloppe met ‘informatie en websites met het echte nieuws’ bij ons door de brievenbus. Na een paar twistachtige uitwisselingen van standpunten, waarbij K.C. verrassend agressief was, besloot ik hem toch maar weer te gaan ontwijken. Dat ging goed, tot ik vorige week tegen hem opbotste voor de supermarkt. Ik had het vriendelijke ‘hallo’ nog niet de mond uit, of hij ontvlamde in een tirade: of ik het gvd nou nog niet begrepen had, of ik nog steeds in de klauwen van de msm zat, en zo stom was om maar blind te blijven voor het echte nieuws. Hij brieste zijn boze-burgerschap in mijn toch wat verbouwereerde gezicht. En nee, hij had geen mening, hij had de waarheid. We hadden ook geen verschil van inzicht, ik was gewoon vergiftigd door de msm en te dom om dat door te hebben. Ik hoorde het even aan – je bent toch pervers nieuwsgierig hoe zo’n zelfontbrander werkt – maar zei al snel dat het gesprek me niet erg aan stond, dat ik zijn agressie best kon missen, en fietste weg. Hij bleef me achterna schreeuwen: je wilt het niet begrijpen. Hoe vaak moet ik het je gvd nou nog uitleggen. Zelfs toen ik om de hoek verdween, blafte hij nog door. Kolere, dacht ik, wat heb ik nu weer aan mijn fiets hangen…
Je weet dat ze bestaan, de complotwappies, maar je ziet ze haast nooit van dichtbij. Geen vreugdevolle encounter, maar wel een voor in het rariteitenkabinet.

Corona blues

ja hoor, ’t is heel erg, al die ziektes
en al het andere kleinmenselijk leed
maar zoom je uit naar een iets groter plaatje
dan heb je pas echt door wat of er scheelt

want
in een vloek en een zucht
worden bossen geveld
bij het witte neushoorns tellen
ben je in één tel al helemaal uitgeteld
en het inventariseren van grizzlyberen
hoef je ook niet over weken uit te smeren
dat is in no time klaar
want er zijn er nog maar een paar
of wat te denken van de Ibex of van Irrawaddy dolfijnen
precies: ook die zijn in rap tempo aan het verdwijnen

al wat leeft dat legt het af
de wereld één groot massagraf
alleen de mens blijft overend
narcistisch, egoïstisch en door en door verwend

want
ook al wordt het alsmaar droger en warmer
en worden we dagelijks honderden soorten armer
we slempen en feesten en reizen maar door
we werken er tenslotte hard genoeg voor
ach ja, al die soorten en, o jee, die planeet
wat zou het, na ons de zondvloed, het interesseert ons geen…

Vakantie blues

Gaat alles naar wens mevrouw?
Voelt u zich blij,
jong en/of jeugdig, speels
aantrekkelijk, vrij?

Dan komt dat waarschijnlijk,
zoals u wel weet,
omdat u geen toegevoegde
suikers meer eet.

15 juli 2022

Toen deze gemaakt werd, voor de Gutmensch Scheurkalender 2022, was Asscher nog leider van de PvdA. In de gedrukte versie verdween Asscher onder het gezicht van Ploumen. Die, nu het blaadje afgescheurd in kattenbak of papieremmer ligt, alweer vervangen is voor Kuiken. Misschien handig als de PvdA niet alleen helpt zoeken naar een hart, maar ook de door Kok afgeschudde ideologische veren weer eens in de hoofdtooi prikt… Als een ‘smoel’ zo vaak vervangen wordt, heb je zo’n hoofdtooi ter herkenning echt wel nodig.