Van het hemd en de rok

Vaak hoorde ik de laatste weken: het hemd is nou eenmaal nader dan de rok, en: wat je herkent, help je eerder. En dat als verklaring voor de relatief open armen waarmee Oekraïense vluchtelingen worden verwelkomd en opgevangen, in tegenstelling tot, zeg maar Afghanen. Nou weet ik niet zoveel van dat hemd en die rok, maar dat je eerder helpt wat je herkent?
Ik meen me te herinneren dat we jarenlang troepen en materieel stuurden naar Afghanistan, omdat daar een onverkwikkelijk regime de vrije wereld bedreigde en ook een affront was voor onze verlichte idealen. Gewapenderwijs gingen we uit helpen, gesanctioneerd door onze volksvertegenwoordigers. We trokken ten strijde aan de zijde van hen die zich in ons kamp, het kamp van de vrije wereld, wilde scharen, of dat nou voormalige krijgsheren-cum-beulsknechten waren of vooruitgeschoven marionetten, daar maalden we niet om, onze missie was: de Afghanen helpen bij hun bevrijding. Terwijl we, als we die hemd en rok-herkenning redenering weer even van stal halen, niet verder van huis konden zijn dan daar in Afganistan. Wat ook wel bleek, toen de interventie toch mislukte en de Afghaan -van bondgenoot in vluchteling veranderd – onze open armen echt nodig had. Toen zaten we vol, en bovendien: zij zijn zo ánders, qua hemd en rok en waarden en normen, en, nou ja, alles eigenlijk. Dat kan zelfs een kind zien…
Voor Oekrainers zijn we niet vol. En dat is mooi en menselijk. Maar hélpen doen we niet. Daarvoor staat er teveel op het spel, zoals bijvoorbeeld ons eigen hachje.
Niet dat ik vind dat we er vol in moeten met ons ‘leger op de fiets’, maar het geeft wel te denken, op en over allerlei fronten.
In Afghanistan konden we oorlog voeren zonder dat we er hier iets van voelden, hooguit dat onze trots wat zwol. De prijs werd dáár betaald, behalve dan voor diegenen die kind, man of vrouw ‘in een doos’ terugkreeg. Voor hen kwam het heel dichtbij, die oorlog.
Nu brandt het aan onze eigen grenzen, en proberen we uit alle macht niet zelf vlam te vatten. En staan we, met onze armen open, ook een beetje in ons hemd.