In de Vaart liggen twee houten vlonders. Daarop werken mensen aan het herstel van de kademuur. De vlonders zitten met touwen vast gesnoerd aan de dichtstbijzijnde boom, en worden met diezelfde touwen als trekschuiten steeds een stukje kade verder geschoven.
Een meerkoet heeft op een van de vlonders een nest gebouwd. Een nest van plastic, afval en stukjes gras en hout. Ze heeft een ei. Zaterdagochend was het nest weg, het ei lag er nog. Gisteravond had het koetenpaar een nieuw mest gemaakt, en haastklus waar nog steeds aan gewerkt werd. Ma Koet zat op haar ei, en Pa sleepte nestmateriaal aan. Op de vlonder, netjes in de hoek.
Wij speculeerden nog: zouden de werkers zacht zijn voor het volgelpaar?
Vanochtend hoorde ik de drilboor al van verre trillen in de kademuur. De vlonderhoek was leeg en nat. Schoongemaakt. Er stond een schep op de plek waar het nest had gelegen. Van de Koeten geen spoor.